Het komt regelmatig voor dat bij schilderijen met
een textiele drager, het doek door diverse factoren (slechte
spanning van het doek, spanningen veroorzaakt door verf-,
grondering- of vernislaag, etc) gedeformeerd is.
Tevens zie je
regelmatig dat, door met name slechte spanning van het doek,
spieraamafdrukken in de afbeelding (storend) zichtbaar zijn.
Uiteindelijk zijn dit factoren die kunnen leiden tot verfverlies.
Om dit te voorkomen dient het doek weer in zijn originele staat
te worden teruggebracht, waarbij de hollingen en bollingen in
het doek weer in de oorspronkelijke uitgangspositie worden
geplaneerd.
Ook is dit een probate behandeling om opstaande
craquelures in het schilderij weer in hun oorspronkelijke situatie
terug te plaatsen, waardoor ook hierbij de kans op verfverlies
voorkomen kan worden.
Bijkomend voordeel van deze behandeling is
dat het storend karakter hiervan sterk verminderd.
Deze
behandeling wordt vaak gecombineerd met een zogenaamde
Beva-impregnatie.
Dit houdt in dat aan de achterzijde van het
doek een speciale lijm wordt aangebracht, die er voor zorg draagt
dat eventuele loszittende delen weer aan de textiele drager worden
vastgehecht.
In sommige gevallen is het aan te
bevelen om aanvullend een bedoeking uit te voeren om zodoende het
“oude” doek extra support te geven om de krachten van de craquelures tegen te
gaan.
De behandelingen vinden plaats op een zogenaamde
vacuümtafel, die gecontroleerd verwarmt kan worden en waarbij
geringe onderdruk (vacuüm) kan worden opgebouwd.